9 oktober 2018, 10.00 uur (1 van 5)
,,Waar moet-ie zo’n beetje komen’’, vraagt de tattoeerder aan Joska. Ze houdt het carbon stencil omhoog. ,,Hier’’, wijst Joska naar haar linker bovenarm. ,,Zo hoog mogelijk zodat er tzt nog een paar onder kunnen.’’
,,Helemaal prima. Dat is een mooie plek voor zo’n hondenkop. Er komen er dus nog wel een paar bij volgens jou?’’
,,Zeker weten. Ik ben gek op honden. Ik wil er een soort Mount Rushmore van maken, ken je dat? De hoofden van die vier Amerikaanse presidenten in de rotsen van South Dakota? Dat is een monument. Zoiets zie ik ook voor me op mijn arm, maar onder elkaar in plaats van naast elkaar. Alsof ze over me waken. Ik vind dat mooi.’’
,,Dat is een mooie gedachte ja. Kijk maar even in de spiegel of de plek zo goed zo goed is. Dan gaan we beginnen.’’
,,Ja, echt supermooi!’’
,,Oké, doen we ’m zo. En welke hond is dit?’’
,,Dit is Idra. Of was. Ik weet nog goed de eerste keer dat ze me zag. Ze begon me meteen te likken. Drie keer op mijn linkerhand. Zo van ‘ik hoor bij jou’. Idra was een Mechelse herder.’’
14 augustus 2018, 9.45 uur (2 van 5)
Nog acht uur en een kwartier. Joska zit gebogen over een dikke stapel papieren. Een saai rapport over duurzaamheid, doelen en blablabla. ‘Sustainable’, hebben ze het steeds over op de zaak. Ze gruwelt van die Engelse termen. Je overlegt niet meer, nee je hebt meetings. En een idee noem je niet gewoon, nee dat pitch je tegenwoordig.
Officieel moet ze in de handtekening onder haar zakelijke mailtjes het zinnetje ‘Ons bedrijf Argh is tegenwoordig volledig agile’ zetten, maar dat weigert ze. Ze kunnen kapot vallen met hun agile. Er zijn grenzen.
Ze is nu al drie keer begonnen op pagina 3 van het rapport, maar iedere keren dwalen haar gedachten af naar Idra. Die ligt een paar meter verderop, opgekruld op haar kussen bij de verwarming. Muisstil. Ze is geen schim meer van de grote, sterke, energieke hond die ze ooit was.
,,Hee Idraatje’’, zegt Joska, terwijl ze naar het dier toeloopt en naast haar op het kussen gaat zitten, met haar rug tegen de verwarming. Ze aait de hond zachtjes over haar kop. Bang om haar pijn te doen. ,,Het gaat niet meer hè.’’
Idra begint zachtjes te piepen en legt haar hoofd op haar bovenbeen. Ze weet het zelf ook.
20 juli 2015, 14.40 uur (3 van 5)
Het is trainingsmiddag in Liessel. Joska is met Idra naar de diensthondentraining gekomen. Niet om zichzelf in een bijtpak te hijsen en samen te oefenen, maar om te kijken hoe haar vriendin Kristel het er vanaf brengt met haar 5-jarige reu Wakko.
Kristel is gepokt en gemazeld als hondentrainer. Ze heeft er zelfs haar werk van gemaakt. Zoals de herders naar haar luisteren en haar volgen bij alles wat ze doet – altijd alert, altijd scherp – lijkt het alsof het geen enkele moeite kost om ze af te richten. Maar Joska weet wel beter. Ze heeft zelf gezien hoeveel tijd er in gaat zitten.
Als ze naar dat blije koppie van haar vriendin kijkt, dat in geen verhouding staat tot het weinig flatteuze pak dat ze draagt, waarmee ze bestand is tegen de krachtigste hondenbeten, dan ziet Joska het geluk er vanaf spatten. Die doet waar haar hart ligt.
‘Ah joh, probeer het ook eens een keer’, had Kristel haar al verschillende keren aangemoedigd, maar ze had de boot steeds afgehouden. Niks voor haar, dat gepluk en getrek. Zij kijkt liever toe.
Naast haar zit Idra flink te hijgen. ,,Spannend hè Idrietje miedrietje, al die honden. Joska duwt haar neus in de warme vacht. Ze ziet hoe die glanst in de zon. De hond gaat iets verzitten, zodat ze Joska tegen zich aan voelt. ‘Dit is geluk’, moet Joska denken. ‘Meer dan dit hoeft het niet te zijn’.
14 september 2018, 18.06 uur (4 van 5)
Een kwartier geleden is het gebeurd. De dierenarts is net weer vertrokken. Na een hand op Joska’s schouder, een ‘heel veel sterkte’ en ‘ik kom er wel uit’.
Joska zit op het kussen van Idra, met haar rug tegen de verwarming. Ze houdt de hond tegen zich aan. Die is nog warm. Het is nog haar Idra. Met haar zwarte snoet, sterke poten en prachtige pluimstaart. Maar haar oren, die altijd op en neer bewogen en van alles signaleerden, bewegen niet meer. Haar ogen staren uitdrukkingsloos voor zich uit.
‘Mijn lieve, mooie Idra is niet meer’, denk Joska, terwijl ze ze met haar rechterhand over de vacht streelt. Zo vertrouwd, zo zacht. Ze kan alleen maar huilen. Om de paar tellen verdwijnen er tranen in het dikke pak hondenhaar. Ze blijft het dier maar aaien, om zichzelf gerust te stellen. Omdat ze het dan beter beseft, misschien.
,,Ik hou zo verschrikkelijk veel van jou’’, begint ze hardop te praten. ,,Je was er voor mij toen mama overleed. Je was er toen het buiten stormde en ik bang was dat de berk in de voortuin het niet zou houden. En je was er om met mij een vreugdedansje te maken toen ik dit huisje kocht. Oké, het was een beetje klunzig, wij samen dansen in die kale keuken op Pharrell Williams’ Happy, maar ik voelde in al mijn vezels hoe gelukkig ik was om hier samen met jou te mogen gaan wonen.’’
,,Ik draag je mee in mijn hart lieve Idra. En straks op mijn bovenarm.’’
3 november 2018, 11.01 uur (5 van 5)
De bel gaat. Geen geblaf, geen Idra die zich glibberend en glijdend naar de voordeur haast. Amper bij te benen door haar eigen poten op de gladde houten vloer.
Het is nu een kleine twee maanden geleden dat Joska haar heeft laten inslapen. Nadat Idra gecremeerd was, heeft ze de as meegenomen naar een van haar favoriete plekjes in het bos. Daar heeft ze haar laten gaan. Meegevoerd door de wind. Zoals ze zelf ook jarenlang ronddartelde. Achter blaadjes aan, libelles en konijntjes. Die gelukkig altijd een stuk sneller waren dan zij.
De stilte in huis went niet. Na een paar weken is ze begonnen met het uitzoeken van Idra’s spullen. Het kussen is gewassen, samen met een paar dekens, en haar speeltjes heeft ze schoongemaakt. Op één latex haan na. Met een piepertje er in oorspronkelijk, maar die had Idra binnen de kortste keren gemold. Het haantje zit vol kleine beetjes en ruikt naar de hond. Die bewaart ze, als herinnering.
Joska doet open en ziet haar vriendin Kristel staan. ,,Zo, jij hebt het heet’’, knikt Kristel naar het shirtje zonder mouw dat Joska draagt.
,,Ja, door de houtkachel hoef ik niet meer kleding aan binnen.’’
,,Hee die tattoo is mooi geheeld. Lijkt ook echt goed op Idra.’’
,,Echt hè, ik ben er hartstikke blij mee.’’
,,Ik kom je aan iemand voorstellen’’, zegt Kristel met een lachje om haar mond. Ze maakt een kort geluid, als teken, waarop vanaf de zijkant van het huis een mooie Mechelse herder aan komt lopen. Hij gaat keurig naast Kristel zitten en kijkt Joska nieuwsgierig aan.
,,Dit is Bo. Bo is afgekeurd als diensthond, maar mankeert verder niks. Het is een hartstikke lieve hond. Zijn trainer heeft al een paar herders in huis en zoekt eigenlijk een ander onderkomen voor hem. Ik denk dat hij de perfecte match voor je is.’’
Joska doet een stap naar voren. Pas nu merkt ze hoe haar hart sneller is gaan kloppen. Ze voelt hoe de aanblik van de hond allerlei luikjes in haar opent en haar zintuigen op scherp zet. Als ze naar hem reikt, begint Bo haar te likken. Drie keer op haar linkerhand.