Op hoge poten – letterlijk want onder haar lange, zwarte jas staken twee benen met daaraan een paar flinke stappers – beende ze onrustig door de Albert Heijn. Doelloos, draaiend van links naar rechts, van pap tot Pringles. Leeg, blauw mandje aan haar linkerarm en met het gelijk aan haar zijde.
Haar gedachten waren helemaal niet bij de schappen, maar bij haar telefoongesprek. Geïrriteerd getetter. Net iets te hard, zodat ieder ander in de supermarkt wel mee móest luisteren. Moest horen hoe ze zich druk maakte over iets wat verder tamelijk onduidelijk bleef. Iets met een samenwerking die niet liep zoals zij vond dat die moet lopen. Anderen die maar niet zagen wat ze in haar ogen zouden moeten zien. Met alle frustratie van dien.
En daar liep ze zich, rondbanjerend in de supermarkt met haar blitse AirPods in haar oren, over op te winden. Zonder oog en oor voor wie dan ook.
Beter eerst jezelf zien voordat je naar een ander kijkt.