In Engeland zijn het katten en honden die uit de lucht komen vallen. ‘It is raining cats and dogs’. Bij ons in Nederland hebben we het over pijpestelen als het gruwelijk hard regent. Officieel mét een n trouwens – pijpenstelen – volgens Onze Taal.
Gek eigenlijk. Je gebruikt zo’n uitdrukking vaak genoeg, maar het is nooit dat je denkt: wáárom eigenlijk? Hoezo pijpestelen? Gekkigheid.
Ja het is geen miezertje dat je over je heen krijgt, maar pijpestelen? Da’s toch wel wat overdreven.
Onze Taal legt het uit: met pijpesteel wordt in dit geval oorspronkelijk letterlijk de steel van een pijp bedoeld. Dus zo’n ding waarmee je je longen geen plezier doet. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), zo zegt Onze Taal op haar website, moeten we daarbij aan een stenen tabakspijp denken. ‘De steel hiervan is recht, lang en dun. ‘Het regent pijpestelen’ wil dus eigenlijk zeggen dat de regen in lange, dunne stralen naar beneden komt’.
Aha, op die fiets. Maar dan komt het. Een lijstje met nóg allerlei andere varianten: het regent koeiestaarten, mollejongen, scheermessen, bakstenen en oude wijven met klompen. Waar dat dan allemaal weer vandaan komt, dat wordt niet uitgelegd. Helaas.
Het regent vraagtekens.