O euforie

Het was lang geleden dat ik had gedaan, 25 meter onder water zwemmen. Zou ik 't nog kunnen?

Een paar baantjes op en neer, even moed verzamelen in het ondiepe gedeelte en daar ga ik. Grote hap adem en met een ferme afzet zwevend boven de tegels op de bodem van het bad. Terwijl ik er de schoolslag goed in houd, zie ik hoe het bad dieper wordt. De tegels keren zich van me af. 'Blijven zwemmen, bolle wangen', blijf ik in gedachten tegen mezelf zeggen. 'Dan is het net of je meer lucht hebt'.
Meer dan een paar benen rechts van me zie ik niet onderweg.

Oei, het wordt nu wel echt benauwd. Daar doemt het eindpunt op. Kom op, nog een paar slagen.
En dan vlak voor de muur gauw omhoog. Lucht. Gehaald! Ik kan het nog!

Ik klamp me vast aan het startblok. Even wachten tot het ergste gehijg voorbij is. Dan een rustige afzet en daar glij ik door het water. Business as usual. Ik pak de rustige schoolslag van de anderen weer op. Ga op in het geheel, terwijl de golf van euforie bij me vandaan rolt.
Niemand die er acht op slaat dat ik zojuist de tand des tijds een flinke knauw heb gegeven. Niemand die ziet hoe mijn hart nu jubelt. De trots waarmee ik door het water glijd.

Of toch. 'Jij hebt goede lucht', klinkt er plots halverwege het bad. 'Ik zag je gaan en ik dacht 'toch even kijken'. Maar je hebt het gehaald.'

Ja mevrouw, ik heb het gehaald. Goed hè.

Plaats een reactie