Mondlapje

Op het rek hangt een mondkapje. Naast een hoeslaken, een sportbroekje, een paar sokken en een uitwasbare afdruipmat. Een donkerblauw frummeltje van stof. Meer lapje dan kapje.

Gek gezicht. De waarheid aan de waslijn. Ja, this is real.

Een jaar geleden was een mondkapje iets van tv. Van een razenddruk straatbeeld in pak ‘m beet New York of New Delhi. Gedragen in de hoop dat het beschermt tegen smog. Een lieftallig woord voor luchtvervuiling.

Tot een jaar geleden was een mondkapje iets dat misschien nog het meest dichtbij kwam in de tandartsstoel. Het hing boven je hoofd, letterlijk, maar je voelde het niet. Corona gaf het gewicht.

’t Brabants Coronalied, dat vorig voorjaar zo in je hoofd ging zitten dat je het ongemerkt meeblèrde, werd al gauw overstemd door een ongekende golf van ziekte en verdriet. Van angst en onzekerheid. Van afscheid zonder afscheid. Van verandering en stress. Van afzondering en omschakelen. Van niet weten. Van nieuwe regels en richtlijnen. Van allemaal in hetzelfde schuitje. Van even één. Wij in plaats van ik. Toen toch even.

In al dat geweld schoof het mondkapje langzaamaan op. Van iets wat je toch enigszins beschroomd opzette in de trein of in de supermarkt naar een even elementair onderdeel van je bagage als je bankpas of id-kaart.

Wandelen in de mist

Een mondkapje is wandelen in de mist voor brildragers, herkend worden maar niet weten door wie, gehannes met de plastic tasjes op de groenteafdeling die niet open willen, geurtjes testen bij Kruidvat: hoe dan?

En vervolgens een voorkeur ontwikkelen, want net als een spijkerbroek zit het ene mondkapje lekkerder dan het andere. En hoe suf, maar ook hoe fijn is het dat er een koordje aan zit, zodat je het tussen twee winkels door even gewoon van je oren kunt laten vallen.

Bijzonder om te zien hoe snel het mondkapje binnen een jaar zo bij het leven hoort. En bij het zwerfafval op straat. Dat het tegelijkertijd iets moois en iets melancholisch heeft, als je iedereen er een ziet dragen. Een enkeling uitgezonderd.

Hoeveel meer je iemand moet lezen via de ogen en dus extra goed moet kijken. Maar ook hoe bevrijdend het is om het af te kunnen zetten en weer frisse lucht in te ademen. Straks hopelijk ook weer definitief.

Plaats een reactie